Informo pri la vorto óverwegen (nederlanda → esperanto: repesi)

Sinonimo: nawegen

Vortspecoverbo
Prononco/ˈovərʋeɣə(n)/
Dividoover·we·gen

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) weeg over(ik) woog over
(jij) weegt over(jij) woog over
(hij) weegt over(hij) woog over
(wij) wegen over(wij) wogen over
(jullie) wegen over(jullie) wogen over
(gij) weegt over(gij) woogt over
(zij) wegen over(zij) wogen over
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) overwege(dat ik) overwoge
(dat jij) overwege(dat jij) overwoge
(dat hij) overwege(dat hij) overwoge
(dat wij) overwegen(dat wij) overwogen
(dat jullie) overwegen(dat jullie) overwogen
(dat gij) overweget(dat gij) overwoget
(dat zij) overwegen(dat zij) overwogen
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
weeg overweegt over
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
overwegend, overwegende(hebben) overgewogen