Informo pri la vorto blijde (nederlanda → esperanto: ĝoja)

Sinonimoj: blij, verblijd, verheugd

Vortspecoadjektivo
Prononco/ˈblɛi̯də/
Dividoblij·de

Komparaciaj gradoj

Positivoblijde
Komparativoblijdere
Superlativoblijdst

Deklinacio

 PositivoKomparativoSuperlativo
Predikativablijdeblijdere(het) blijdst, (het) blijdste
AtributivaNedifinaVira kaj ina pluraloblijderblijdereblijdste
Neŭtra singularoblijdeblijdereblijdst
Pluraloblijderblijdereblijdste
Difinablijderblijdereblijdste
Partitivablijdesblijderes 

Uzekzemploj

Wat was de goede markies blijde toen hij van Nelly deze uitslag vernam.
Kom, wees maar blijde.

Tradukoj

afrikansobly
anglaglad; joyful; joyous
angla (malnovangla)bliþe; glæd
ĉeĥaradostný; veselý
danaglad
esperantoĝoja
feroaglaður
francajoyeux; content
germanafroh; freudig
havajahauʻoli
hispanaalegre
hungaraboldog
islandaglaður
italabeato
katalunaalegre
latinolaetus
malajasenang
norvegaglad
okcidenta frizonabliid
papiamentoalegre
portugalaalegre; contente
saterlanda frizonabliede; daaten; fergnöigd; lustich; weelich
surinamabreyti
svedaglad
tajaดีใจ; ยินดี