Sinonimoj: haast hebben, jachten, jagen, zich haasten, zich voorthaasten
Vortspeco | refleksiva verbo |
---|
Divido | zich rep·pen |
---|
Bij die gedachte repte ik mij nog meer.
Aragorn repte zich de heuvel op.
Hij beende de gang in, op weg naar de deur en Gookin en Gark repten zich met grote sprongen achter hem aan.
Maar nu moet ik mij reppen.
En waarom reppen die twee mannen zich daar ineens zo?
„Kom,” zei de vader, „we moeten ons reppen.