Informo pri la vorto mísraden (nederlanda → esperanto: diveni neĝuste)

Vortspecoverbo
Prononco/ˈmɪsradə(n)/
Dividomis·ra·den

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) raad mis(ik) ried mis, raadde mis
(jij) raadt mis(jij) ried mis, raadde mis
(hij) raadt mis(hij) ried mis, raadde mis
(wij) raden mis(wij) rieden mis, raadden mis
(jullie) raden mis(jullie) rieden mis, raadden mis
(gij) raadt mis(gij) riedt mis, raadet mis
(zij) raden mis(zij) rieden mis, raadden mis
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) misrade(dat ik) misriede, misraadde
(dat jij) misrade(dat jij) misriede, misraadde
(dat hij) misrade(dat hij) misriede, misraadde
(dat wij) misraden(dat wij) misrieden, misraadden
(dat jullie) misraden(dat jullie) misrieden, misraadden
(dat gij) misradet(dat gij) misriedet, misraaddet
(dat zij) misraden(dat zij) misrieden, misraadden
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
misradend, misradende(hebben) misgeraden