Informo pri la vorto uiteenspringen (nederlanda → esperanto: dissalti)

Sinonimoj: uiteenspatten, uit elkaar springen

Vortspecoverbo

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) spring uiteen(ik) sprong uiteen
(jij) springt uiteen(jij) sprong uiteen
(hij) springt uiteen(hij) sprong uiteen
(wij) springen uiteen(wij) sprongen uiteen
(jullie) springen uiteen(jullie) sprongen uiteen
(gij) springt uiteen(gij) sprongt uiteen
(zij) springen uiteen(zij) sprongen uiteen
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) uiteenspringe(dat ik) uiteenspronge
(dat jij) uiteenspringe(dat jij) uiteenspronge
(dat hij) uiteenspringe(dat hij) uiteenspronge
(dat wij) uiteenspringen(dat wij) uiteensprongen
(dat jullie) uiteenspringen(dat jullie) uiteensprongen
(dat gij) uiteenspringet(dat gij) uiteenspronget
(dat zij) uiteenspringen(dat zij) uiteensprongen
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
spring uiteenspringt uiteen
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
uiteenspringend, uiteenspringende(zijn) uiteengesprongen

Tradukoj

esperantodissalti
feroabrotna