Informo pri la vorto distribueren (nederlanda → esperanto: dispartigi)

Sinonimo: verdelen

Vortspecoverbo
Prononco/dɪstribyˈʋerə(n)/
Dividodis·tri·bu·e·ren

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) distribueer(ik) distribueerde
(jij) distribueert(jij) distribueerde
(hij) distribueert(hij) distribueerde
(wij) distribueren(wij) distribueerden
(jullie) distribueren(jullie) distribueerden
(gij) distribueert(gij) distribueerdet
(zij) distribueren(zij) distribueerden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) distribuere(dat ik) distribueerde
(dat jij) distribuere(dat jij) distribueerde
(dat hij) distribuere(dat hij) distribueerde
(dat wij) distribueren(dat wij) distribueerden
(dat jullie) distribueren(dat jullie) distribueerden
(dat gij) distribueret(dat gij) distribueerdet
(dat zij) distribueren(dat zij) distribueerden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
distribueerdistribueert
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
distribuerend, distribuerende(hebben) gedistribueerd

Tradukoj

afrikansodeel
angladistribute
esperantodispartigi
francadistribuer; répartir
germanazerlegen
luksemburgiaverdeelen
portugaladividir