Sinonimoj: islamiet, mahomedaan, mohammedaan, moslem, muzelman
| Vortspeco | substantivo |
|---|
| Prononco | /ˈmɔslɪm/ |
|---|
| Divido | mos·lim |
|---|
| Genro | vira |
|---|
| Pluralo | moslims |
|---|
Zaterdag vonden 39 mensen de dood toen radicale moslims gewapend met automatische geweren en explosieven het vuur openden.
Gevechten tussen moslims en christenen in Caïro hebben zaterdag aan zeker acht mensen het leven gekost.
Het OM vindt dat de PVV‐leider met sommige uitspraken oproept tot discriminatie van moslims, maar hij is hiervoor niet strafbaar, omdat hij de uitlatingen in de context van het politieke debat heeft gedaan.
Met bomaanslagen en moorden, gericht tegen leger, politie, christenen en gematigde moslims, wil Boko Haram een islamitische staat afdwingen in het noorden van Nigeria.
De hadzj is verplicht voor alle gezonde, volwassen moslims die over voldoende geld beschikken.
Militante moslims zouden de aanval hebben gepleegd uit woede over pogingen van de regering om lokale religieuze leiders voor zich te winnen.