Informo pri la vorto priester (nederlanda → esperanto: pastro)

Sinonimoj: geestelijke, pastor, zielszorger, zielverzorger, herder

Vortspecosubstantivo
Prononco/ˈpristər/
Dividopries·ter
Genrovira
Pluralopriesters

Uzekzemploj

Zijn de priesters van de tempel beleefd tegen je geweest?
Drie priesters stonden te zingen bij een open kist.
De man staarde hem aan en holde toen weg, de enige straat van het dorp door, om de priester roepende.
De voornaamste positie in de stad werd zonder twijfel ingenomen door de priesters.
Hier stonden de namen van priesters, soldaten, en van een man die Uxulax heette en die doorboord was met pijlen voor een niet met name genoemde misdaad.
Probeer maar of er priesters zijn die met je willen delen als je in nood zit!

Tradukoj

afrikansopriester; pastoor
albanaprift
anglapriest
angla (malnovangla)preost; sacerd
ĉeĥaduchovní; kněz
danapræst
esperantopastro
feroaprestur
finnapappi
francaabbé; curé; prêtre
germanaGeistlicher; Pastor; Pfarrer; Priester
hispanapastor; sacerdote
italacurato; prete; sacerdate
katalunacapellà; pastor; sacerdot
luksemburgiaGeeschtlechen; Hiert
okcidenta frizonapastoar
portugalaclérigo; padre; sacerdote
rusaбатюшка
saterlanda frizonaGäistelke; Pestoor; Priester
surinamadomri