Informo pri la vorto meeëten (nederlanda → esperanto: kunmanĝi)

Vortspecoverbo
Prononco/ˈmeetə(n)/
Dividomee·eten

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) eet mee(ik) at mee
(jij) eet mee(jij) at mee
(hij) eet mee(hij) at mee
(wij) eten mee(wij) aten mee
(jullie) eten mee(jullie) aten mee
(gij) eet mee(gij) aat mee
(zij) eten mee(zij) aten mee
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) meeëte(dat ik) meeate
(dat jij) meeëte(dat jij) meeate
(dat hij) meeëte(dat hij) meeate
(dat wij) meeëten(dat wij) meeaten
(dat jullie) meeëten(dat jullie) meeaten
(dat gij) meeëtet(dat gij) meeatet
(dat zij) meeëten(dat zij) meeaten
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
eet meeeet mee
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
meeëtend, meeëtende(hebben) meegegeten

Uzekzemploj

Je moet beslist een hapje meeëten.
Dan kunnen we de anderen roepen, die dan kunnen meeëten van wat we in de ketels vinden.
De hertog wil dat je meeëet met het hof.

Tradukoj

esperantokunmanĝi