Informo pri la vorto ineenstorten (nederlanda → esperanto: disfali)

Sinonimoj: instorten, uiteenvallen

Vortspecoverbo
Prononco/ɪˈnenstɔrtə(n)/
Dividoin·een·stor·ten

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) stort ineen(ik) stortte ineen
(jij) stort ineen(jij) stortte ineen
(hij) stort ineen(hij) stortte ineen
(wij) storten ineen(wij) stortten ineen
(jullie) storten ineen(jullie) stortten ineen
(gij) stort ineen(gij) storttet ineen
(zij) storten ineen(zij) stortten ineen
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) ineenstorte(dat ik) ineenstortte
(dat jij) ineenstorte(dat jij) ineenstortte
(dat hij) ineenstorte(dat hij) ineenstortte
(dat wij) ineenstorten(dat wij) ineenstortten
(dat jullie) ineenstorten(dat jullie) ineenstortten
(dat gij) ineenstortet(dat gij) ineenstorttet
(dat zij) ineenstorten(dat zij) ineenstortten
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
ineenstortend, ineenstortende(zijn) ineengestort

Tradukoj

afrikansoinmekaarstort
anglacollapse
esperantodisfali
germanazerfallen; zusammenfallen; auseinander fallen; einstürzen
portugalaruir