Informo pri la vorto je (nederlanda → esperanto: <vi, singulara>)

Sinonimoj: jij, uedele

Vortspecopersona pronomo
Prononco/jə/
Dividoje
Genitivojouwer /ˈjɑuʋər/
Dativoje
Akuzativoje

Uzekzemploj

Ik heb een ander verzoek aan je.
Wanneer kom je terug?
Denk je dat de zak er nog op ligt?
Wie ben je en wat wil je van me?
Heeft hij je die foto gegeven?
Je leeft nog!
Ben je soms een dichter?
Heb je zin om deze middag samen door te brengen?

Tradukoj

esperanto<vi, singulara>