Informo pri la vorto hit (nederlanda → esperanto: ĉevaleto)

Vortspecosubstantivo
Prononco/ɦɪt/
Dividohit
Genrovira
Pluralohitten

Diminutivo
SingularoPluralo
hitjehitjes

Uzekzemploj

De dag daarop leidde Derk de bruine hit het plein op, die de bedienden bereden de zeldzame keren dat Blauwbaard hen voor een boodschap uitzond.

Tradukoj

anglapony; nag
esperantoĉevaleto
germanaPferdchen
saterlanda frizonaSkinder; Skröägel