Informo pri la vorto deporteren (nederlanda → esperanto: deporti)

Vortspecoverbo
Prononco/depɔrˈteːrə(n)/
Dividode·por·te·ren

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) deporteer(ik) deporteerde
(jij) deporteert(jij) deporteerde
(hij) deporteert(hij) deporteerde
(wij) deporteren(wij) deporteerden
(jullie) deporteren(jullie) deporteerden
(gij) deporteert(gij) deporteerdet
(zij) deporteren(zij) deporteerden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) deportere(dat ik) deporteerde
(dat jij) deportere(dat jij) deporteerde
(dat hij) deportere(dat hij) deporteerde
(dat wij) deporteren(dat wij) deporteerden
(dat jullie) deporteren(dat jullie) deporteerden
(dat gij) deporteret(dat gij) deporteerdet
(dat zij) deporteren(dat zij) deporteerden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
deporteerdeporteert
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
deporterend, deporterende(hebben) gedeporteerd

Uzekzemploj

In de tijd van de diefstal zochten wij Cornelli om hem als ongewenste vreemdeling te deporteren.

Tradukoj

afrikansodeporteer
angladeport
esperantodeporti
germanadeportieren; zwangverschicken; verschleppen
hispanadeportar
portugaladeportar