Informo pri la vorto defileren (nederlanda → esperanto: defili)

Vortspecoverbo
Prononco/defiˈlerə(n)/
Dividode·fi·le·ren

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) defileer(ik) defileerde
(jij) defileert(jij) defileerde
(hij) defileert(hij) defileerde
(wij) defileren(wij) defileerden
(jullie) defileren(jullie) defileerden
(gij) defileert(gij) defileerdet
(zij) defileren(zij) defileerden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) defilere(dat ik) defileerde
(dat jij) defilere(dat jij) defileerde
(dat hij) defilere(dat hij) defileerde
(dat wij) defileren(dat wij) defileerden
(dat jullie) defileren(dat jullie) defileerden
(dat gij) defileret(dat gij) defileerdet
(dat zij) defileren(dat zij) defileerden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
defileerdefileert
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
defilerend, defilerende(hebben) gedefileerd

Tradukoj

anglamarch past
esperantodefili
francadéfiler
germanadefilieren; vorbeimarschieren; vorbeiziehen; vorbeifahren
hispanadesfilar en formación
portugaladesfilar