Snel sprong de Belg over het roerloze lichaam van zijn vroegere gastheer heen.
Tweemaal zag Xanten opzij van de weg flakkerende oranje lichtjes en eenmaal meende hij in de schaduw van een hoge cipres een lange roerloze gedaante te zien staan die hem zwijgend gadesloeg terwijl hij passeerde.