Informo pri la vorto kreupelhout (nederlanda → esperanto: arbetaro)

Sinonimoj: hakhout, kreupelbos, struweel

Vortspecosubstantivo
Prononco/ˈkrøpəlɦɑu̯t/
Dividokreu·pel·hout
Genroneŭtra

Uzekzemploj

De wind blies klagend door het kreupelhout en verkleumde de inzittenden, zodat de pret al spoedig van het tochtje af was.
De boom groeit in droge, rotsachtige streken in bossen en kreupelhout en kan tot 20 m hoog worden.

Tradukoj

anglacopse; coppice; brushwood; underwood; undergrowth; underbrush; brake
esperantoarbetaro
germanaGebüsch; Gesträuch