Informo pri la vorto verwilderen (nederlanda → esperanto: sovaĝiĝi)

Vortspecoverbo
Prononco/vərˈʋɪldərə(n)/
Dividover·wil·de·ren

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) verwilder(ik) verwilderde
(jij) verwildert(jij) verwilderde
(hij) verwildert(hij) verwilderde
(wij) verwilderen(wij) verwilderden
(jullie) verwilderen(jullie) verwilderden
(gij) verwildert(gij) verwilderdet
(zij) verwilderen(zij) verwilderden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) verwildere(dat ik) verwilderde
(dat jij) verwildere(dat jij) verwilderde
(dat hij) verwildere(dat hij) verwilderde
(dat wij) verwilderen(dat wij) verwilderden
(dat jullie) verwilderen(dat jullie) verwilderden
(dat gij) verwilderet(dat gij) verwilderdet
(dat zij) verwilderen(dat zij) verwilderden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
verwilderverwildert
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
verwilderend, verwilderende(zijn) verwilderd

Uzekzemploj

Niemand van de dorpelingen waagde zich er meer heen, en het bos verwilderde.

Tradukoj

esperantosovaĝiĝi
germanaverwildern