Informo pri la vorto mislopen (nederlanda → esperanto: maltrafi)

Sinonimoj: misgrijpen, missen

Vortspecoverbo
Prononco/ˈmɪslopə(n)/
Dividomis·lo·pen

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) loop mis(ik) liep mis
(jij) loopt mis(jij) liep mis
(hij) loopt mis(hij) liep mis
(wij) lopen mis(wij) liepen mis
(jullie) lopen mis(jullie) liepen mis
(gij) loopt mis(gij) liept mis
(zij) lopen mis(zij) liepen mis
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) mislope(dat ik) misliepe
(dat jij) mislope(dat jij) misliepe
(dat hij) mislope(dat hij) misliepe
(dat wij) mislopen(dat wij) misliepen
(dat jullie) mislopen(dat jullie) misliepen
(dat gij) mislopet(dat gij) misliepet
(dat zij) mislopen(dat zij) misliepen
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
mislopend, mislopende(zijn) misgelopen

Uzekzemploj

Welaan, om welke reden dan ook, gisteren zijn we Viole Falushe misgelopen.
Op die manier kunnen we die mensen niet mislopen.
Sommige dingen zijn het waard om het avondeten voor mis te lopen.

Tradukoj

anglamiss
ĉeĥachybit; minout; netrefit; zameškat
esperantomaltrafi
francamanquer; rater
germanaverfehlen
hispanaperder
portugalaerrar o golpe; falhar
saterlanda frizonaferfailje; misje
skotamiss
svedamissa