Informo pri la vorto graven (nederlanda → esperanto: fosi)

Sinonimo: woelen

Vortspecoverbo
Prononco/ˈɡravə(n)/
Dividogra·ven

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) graaf(ik) groef
(jij) graaft(jij) groef
(hij) graaft(hij) groef
(wij) graven(wij) groeven
(jullie) graven(jullie) groeven
(gij) graaft(gij) groeft
(zij) graven(zij) groeven
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) grave(dat ik) groeve
(dat jij) grave(dat jij) groeve
(dat hij) grave(dat hij) groeve
(dat wij) graven(dat wij) groeven
(dat jullie) graven(dat jullie) groeven
(dat gij) gravet(dat gij) groevet
(dat zij) graven(dat zij) groeven
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
graafgraaft
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
gravend, gravende(hebben) gegraven

Uzekzemploj

Hij steeg af, groef een ondiepe greppel en legde daarin een vuur aan van droge eiketakken.
Jullie graaft hier.
Zij waren lang geleden bij het meer gekomen toen ze gangen naar beneden groeven en hadden toen ontdekt dat zij niet verder konden.

Tradukoj

angladig; grub
angla (malnovangla)grafan
ĉeĥakopat
danagrave
esperantofosi
feroagrava
finnakaivaa
francacreuser
germanagraben; wühlen; umgraben; bauen; abteufen; niederbringen; ausheben; ausschachten; herumwühlen
hispanacavar
jamajka-kreoladig
jidaגראָבן
katalunacavar; excavar
latinofodere; fodire
luksemburgiabuddelen
malajagali … menggali; gali; korek; menggali
norvegagrave
okcidenta frizonagrave
papiamentokoba
platgermanagraven
polakopać
portugalacavar; revolver
rusaкопать; рыть
saterlanda frizonagreeuwe; wöile
skota gaelacladhaich
surinamadiki
svedagräva