Informo pri la vorto heenlopen (nederlanda → esperanto: formarŝi)

Sinonimoj: wegbanjeren, wegbenen

Vortspecoverbo
Prononco/ˈɦenlopə(n)/
Dividoheen·lo·pen

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) loop heen(ik) liep heen
(jij) loopt heen(jij) liep heen
(hij) loopt heen(hij) liep heen
(wij) lopen heen(wij) liepen heen
(jullie) lopen heen(jullie) liepen heen
(gij) loopt heen(gij) liept heen
(zij) lopen heen(zij) liepen heen
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) heenlope(dat ik) heenliepe
(dat jij) heenlope(dat jij) heenliepe
(dat hij) heenlope(dat hij) heenliepe
(dat wij) heenlopen(dat wij) heenliepen
(dat jullie) heenlopen(dat jullie) heenliepen
(dat gij) heenlopet(dat gij) heenliepet
(dat zij) heenlopen(dat zij) heenliepen
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
loop heenloopt heen
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
heenlopend, heenlopende(zijn) heengelopen

Uzekzemploj

Nu keerde de heer Dickerdack zich om en liep heen, gevolgd door zijn chauffeur.

Tradukoj

anglawalk away
esperantoformarŝi