Informatie over het woord van plan zijn (Nederlands → Esperanto: intenci)

Synoniemen: beogen, van zins zijn, voorhebben, voornemens zijn, zich voorstellen, in de zin hebben, zinnens zijn

Woordsoortwerkwoord
Afbrekingvan plan zijn

Voorbeelden van gebruik

Ze waren van plan me een kopje kleiner te maken.
Ik vraag me af of hij van plan is ons opnieuw in te zetten in de strijd.
Wat je ook van plan bent doe het vlug.
Ze zijn niet veel goeds van plan.
Hij is van plan enige tijd in Almirante te blijven.
Dat zal hij de laatste keer ook wel van plan zijn geweest.
Ja, het schijnt dat ze van plan zijn het land rondom het kasteel te bezetten.
De professor was nog meer van plan.