Ynformaasje oer it wurd schaarden (Nederlânsk → Esperanto: breĉeti)

Wurdsoartetiidwurd

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) schaard(ik) schaardde
(jij) schaardt(jij) schaardde
(hij) schaardt(hij) schaardde
(wij) schaarden(wij) schaardden
(jullie) schaarden(jullie) schaardden
(gij) schaardt(gij) schaarddet
(zij) schaarden(zij) schaardden
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) schaarde(dat ik) schaardde
(dat jij) schaarde(dat jij) schaardde
(dat hij) schaarde(dat hij) schaardde
(dat wij) schaarden(dat wij) schaardden
(dat jullie) schaarden(dat jullie) schaardden
(dat gij) schaardet(dat gij) schaarddet
(dat zij) schaarden(dat zij) schaardden
hjittende foarm
Iental/MeartalMeartal
schaardschaardt
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
schaardend, schaardende(hebben) geschaard

Oarsettingen

Esperantobreĉeti; breĉetigi
Ingelsknick; notch