Ynformaasje oer it wurd verwikken (Nederlânsk → Esperanto: ŝanceli)

Synonimen: doen schudden, doen wankelen, verwrikken

Wurdsoartetiidwurd

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) verwik(ik) verwikte
(jij) verwikt(jij) verwikte
(hij) verwikt(hij) verwikte
(wij) verwikken(wij) verwikten
(jullie) verwikken(jullie) verwikten
(gij) verwikt(gij) verwiktet
(zij) verwikken(zij) verwikten
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) verwikke(dat ik) verwikte
(dat jij) verwikke(dat jij) verwikte
(dat hij) verwikke(dat hij) verwikte
(dat wij) verwikken(dat wij) verwikten
(dat jullie) verwikken(dat jullie) verwikten
(dat gij) verwikket(dat gij) verwiktet
(dat zij) verwikken(dat zij) verwikten
hjittende foarm
Iental/MeartalMeartal
verwikverwikt
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
verwikkend, verwikkende(hebben) verwikt

Oarsettingen

Dútskbewegen; wankend machen
Esperantoŝanceli
Fereuerskvika
Frânskébranler
Ingelskshake; rock; unsettle
Katalaanskbellugar
Portegeeskabalar; comover; estremecer; mover; sacudir
Sealterfryskbewäägje; wrikkelje
Spaanskhacer oscilar