Ynformaasje oer it wurd overnemen (Nederlânsk → Esperanto: transpreni)

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/ˈovərnemə(n)/
Ofbrekingover·ne·men

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) neem over(ik) nam over
(jij) neemt over(jij) nam over
(hij) neemt over(hij) nam over
(wij) nemen over(wij) namen over
(jullie) nemen over(jullie) namen over
(gij) neemt over(gij) naamt over
(zij) nemen over(zij) namen over
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) overneme(dat ik) overname
(dat jij) overneme(dat jij) overname
(dat hij) overneme(dat hij) overname
(dat wij) overnemen(dat wij) overnamen
(dat jullie) overnemen(dat jullie) overnamen
(dat gij) overnemet(dat gij) overnamet
(dat zij) overnemen(dat zij) overnamen
hjittende foarm
Iental/MeartalMeartal
neem overneemt over
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
overnemend, overnemende(hebben) overgenomen

Foarbylden fan gebrûk

En hij nam haar over, onder daverend gejuich.

Oarsettingen

Afrikaanskoorneem
Dútskübernehmen
Esperantotranspreni
Ingelsktake over
Spaansktomar sobre sí