Ynformaasje oer it wurd 'afgrendelen' [dut] (epo: riglofermi)

Ferfoarming

Oantoanende foarm
Notiid	Doetiid
(ik) grendel af	(ik) grendelde af
(jij) grendelt af	(jij) grendelde af
(hij) grendelt af	(hij) grendelde af
(wij) grendelen af	(wij) grendelden af
(jullie) grendelen af	(jullie) grendelden af
(gij) grendelt af	(gij) grendeldet af
(zij) grendelen af	(zij) grendelden af
Oanfoegjende foarm
Notiid	Doetiid
(dat ik) afgrendele	(dat ik) afgrendelde
(dat jij) afgrendele	(dat jij) afgrendelde
(dat hij) afgrendele	(dat hij) afgrendelde
(dat wij) afgrendelen	(dat wij) afgrendelden
(dat jullie) afgrendelen	(dat jullie) afgrendelden
(dat gij) afgrendelet	(dat gij) afgrendeldet
(dat zij) afgrendelen	(dat zij) afgrendelden
hjittende foarm
Iental/Meartal	Meartal
grendel af	grendelt af
Mulwurden
Nomulwurd	Doemulwurd
afgrendelend, afgrendelende	(hebben) afgegrendeld