Ynformaasje oer it wurd openbaren (Nederlânsk → Esperanto: revelacii)

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/opə(m)ˈbaːrə(n)/
Ofbrekingopen·ba·ren

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) openbaar(ik) openbaarde
(jij) openbaart(jij) openbaarde
(hij) openbaart(hij) openbaarde
(wij) openbaren(wij) openbaarden
(jullie) openbaren(jullie) openbaarden
(gij) openbaart(gij) openbaardet
(zij) openbaren(zij) openbaarden
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) openbare(dat ik) openbaarde
(dat jij) openbare(dat jij) openbaarde
(dat hij) openbare(dat hij) openbaarde
(dat wij) openbaren(dat wij) openbaarden
(dat jullie) openbaren(dat jullie) openbaarden
(dat gij) openbaret(dat gij) openbaardet
(dat zij) openbaren(dat zij) openbaarden
hjittende foarm
Iental/MeartalMeartal
openbaaropenbaart
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
openbarend, openbarende(hebben) geopenbaard

Oarsettingen

Esperantorevelacii
Ingelskreveal