Ynformaasje oer it wurd voorbereiden (Nederlânsk → Esperanto: prepari)

Synonym: prepareren

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/ˈvorbərɛi̯də(n)/
Ofbrekingvoor·be·rei·den

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) bereid voor(ik) bereidde voor
(jij) bereidt voor(jij) bereidde voor
(hij) bereidt voor(hij) bereidde voor
(wij) bereiden voor(wij) bereidden voor
(jullie) bereiden voor(jullie) bereidden voor
(gij) bereidt voor(gij) bereiddet voor
(zij) bereiden voor(zij) bereidden voor
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) voorbereide(dat ik) voorbereidde
(dat jij) voorbereide(dat jij) voorbereidde
(dat hij) voorbereide(dat hij) voorbereidde
(dat wij) voorbereiden(dat wij) voorbereidden
(dat jullie) voorbereiden(dat jullie) voorbereidden
(dat gij) voorbereidet(dat gij) voorbereiddet
(dat zij) voorbereiden(dat zij) voorbereidden
hjittende foarm
Iental/MeartalMeartal
bereid voorbereidt voor
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
voorbereidend, voorbereidende(hebben) voorbereid

Foarbylden fan gebrûk

Moskou ontkent een invasie voor te bereiden.
Zo beweerde hij dat Curaçao en Aruba door de Verenigde Staten worden gebruikt om een aanval op het land voor te bereiden.
De burgemeester lachte, als iemand die een grote verrassing voorbereidt.

Oarsettingen

Afrikaanskberei; voorberei
Deenskforberede
Dútskbereiten; vorbereiten
Esperantoprepari
Fereuerskfyrireika; gera til
Frânskpréparer
Fryskoanmeistje
Ingelskprepare
Italjaanskallestire; preparare
Katalaanskpreparar
Papiamintskprepará
Poalskprzygotować
Portegeeskaparelhar; aprontar; preparar
Russyskготовить
Sealterfryskberaitje; kloormoakje
Spaanskaderezar; adobar; preparar
Sweedskbereda; förbereda; tillaga; tillreda
Tsjechyskchystat; nachystat; přichystat; připravit; připravovat
Welskparatoi