Ynformaasje oer it wurd uitvoeren (Nederlânsk → Esperanto: plenumi)

Synonimen: opknappen, verrichten, vervullen, voltrekken, zich kwijten van

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/ˈœy̯̯tfuːrə(n)/
Ofbrekinguit·voe·ren

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) voer uit(ik) voerde uit
(jij) voert uit(jij) voerde uit
(hij) voert uit(hij) voerde uit
(wij) voeren uit(wij) voerden uit
(jullie) voeren uit(jullie) voerden uit
(gij) voert uit(gij) voerdet uit
(zij) voeren uit(zij) voerden uit
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) uitvoere(dat ik) uitvoerde
(dat jij) uitvoere(dat jij) uitvoerde
(dat hij) uitvoere(dat hij) uitvoerde
(dat wij) uitvoeren(dat wij) uitvoerden
(dat jullie) uitvoeren(dat jullie) uitvoerden
(dat gij) uitvoeret(dat gij) uitvoerdet
(dat zij) uitvoeren(dat zij) uitvoerden
hjittende foarm
Iental/MeartalMeartal
voer uitvoert uit
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
uitvoerend, uitvoerende(hebben) uitgevoerd

Foarbylden fan gebrûk

Cugel besloot Twango’s bevelen dan maar uit te voeren.
Petchnyoff draaide zich om en wilde het bevel gaan uitvoeren.
Ik heb een opdracht en die kom ik uitvoeren.

Oarsettingen

Dútskausführen; bestellen; leisten
Esperantoplenumi
Fereuerskfullføra
Frânskaccomplir; assurer; réaliser
Hongaarskteljesít
Ingelskperform; execute
Ingelsk (Aldingesk)gefyllan
Italjaanskcompiere; eseguire
Katalaanskacomplir; portar a cap; realitzar
Nederdútskuutvoren
Papiamintskkumpli
Poalskspełnić; wykonać
Portegeeskcumprir; desempenhar
Russyskвыполнять
Sealterfryskärfulje; bestaale; laistje; uutfiere
Spaanskcumplir; ejecutar; llevar a cabo