Ynformaasje oer it wurd doorbijten (Nederlânsk → Esperanto: persisti)

Synonimen: doorzetten, het houden, het uithouden, voet bij stuk houden, volharden, volhouden

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/ˈdorbɛi̯tə(n)/
Ofbrekingdoor·bij·ten

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) bijt door(ik) beet door
(jij) bijt door(jij) beet door
(hij) bijt door(hij) beet door
(wij) bijten door(wij) beten door
(jullie) bijten door(jullie) beten door
(gij) bijt door(gij) beet door
(zij) bijten door(zij) beten door
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) doorbijte(dat ik) doorbete
(dat jij) doorbijte(dat jij) doorbete
(dat hij) doorbijte(dat hij) doorbete
(dat wij) doorbijten(dat wij) doorbeten
(dat jullie) doorbijten(dat jullie) doorbeten
(dat gij) doorbijtet(dat gij) doorbetet
(dat zij) doorbijten(dat zij) doorbeten
hjittende foarm
Iental/MeartalMeartal
bijt doorbijt door
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
doorbijtend, doorbijtende(hebben) doorgebeten

Oarsettingen

Dútskausdauern; aushalten; beharren; bestehen; verharren
Esperantopersisti
Fereuerskhalda fram
Finskpysyä
Frânskperséverer; persister
Ingelskpersevere; persist
Katalaanskpersistir
Papiamintskpersistí
Portegeeskinsistir; perseverar; persistir
Sealterfryskhäide; uutduurje; uuthoolde
Spaanskperseverar; persistir