Ynformaasje oer it wurd ontzien (Nederlânsk → Esperanto: indulgi)

Synonimen: door de vingers zien, toegeeflijk zijn voor, zich laten vermurwen, met de hand over het hart strijken

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/ɔntˈsin/
Ofbrekingont·zien

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) ontzie(ik) ontzag
(jij) ontziet(jij) ontzag
(hij) ontziet(hij) ontzag
(wij) ontzien(wij) ontzagen
(jullie) ontzien(jullie) ontzagen
(gij) ontziet(gij) ontzaagt
(zij) ontzien(zij) ontzagen
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) ontzie(dat ik) ontzage
(dat jij) ontzie(dat jij) ontzage
(dat hij) ontzie(dat hij) ontzage
(dat wij) ontzien(dat wij) ontzagen
(dat jullie) ontzien(dat jullie) ontzagen
(dat gij) ontziet(dat gij) ontzaget
(dat zij) ontzien(dat zij) ontzagen
hjittende foarm
Iental/MeartalMeartal
ontzieontziet
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
ontziend, ontziende(hebben) ontzien

Oarsettingen

Dútsknachsichtig sein; schonen; verschonen; dulden
Esperantoindulgi
Fereuerskeira
Finskarmahtaa
Frânskêtre indulgent
Ingelskspare
Portegeeskpoupar; ser indulgente para
Sealterfryskferschoonje; ferskoonje; skoonje
Spaanskdignarse; ser indulgente