Ynformaasje oer it wurd invoeren (Nederlânsk → Esperanto: importi)

Synonym: importeren

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/ˈɪnvuːrə(n)/
Ofbrekingin·voe·ren

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) voer in(ik) voerde in
(jij) voert in(jij) voerde in
(hij) voert in(hij) voerde in
(wij) voeren in(wij) voerden in
(jullie) voeren in(jullie) voerden in
(gij) voert in(gij) voerdet in
(zij) voeren in(zij) voerden in
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) invoere(dat ik) invoerde
(dat jij) invoere(dat jij) invoerde
(dat hij) invoere(dat hij) invoerde
(dat wij) invoeren(dat wij) invoerden
(dat jullie) invoeren(dat jullie) invoerden
(dat gij) invoeret(dat gij) invoerdet
(dat zij) invoeren(dat zij) invoerden
hjittende foarm
Iental/MeartalMeartal
voer invoert in
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
invoerend, invoerende(hebben) ingevoerd

Foarbylden fan gebrûk

Deze vogels waren door de eerste kolonisten naar Nieuw‐Zeeland gebracht en waren, net als andere ingevoerde diersoorten, zo in aantal toegenomen dat ze een plaag waren geworden.

Oarsettingen

Afrikaanskinvoer
Deenskimportere; indføre
Dútskimportieren; einführen; einschleppen
Esperantoimporti
Frânskimporter
Fryskymportearje; ynfiere
Ingelskimport; introduce
Katalaanskimportar
Maleiskmengimpor
Papiamintskimportá
Russyskввозить
Sealterfryskienfiere; importierje
Spaanskimportar
Tsjechyskdovážet; importovat