Ynformaasje oer it wurd wegsterven (Nederlânsk → Esperanto: formorti)

Synonimen: afsterven, uitsterven, versterven

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/ˈʋɛxstɛrvə(n)/
Ofbrekingweg·ster·ven

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) sterf weg(ik) stierf weg
(jij) sterft weg(jij) stierf weg
(hij) sterft weg(hij) stierf weg
(wij) sterven weg(wij) stierven weg
(jullie) sterven weg(jullie) stierven weg
(gij) sterft weg(gij) stierft weg
(zij) sterven weg(zij) stierven weg
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) wegsterve(dat ik) wegstierve
(dat jij) wegsterve(dat jij) wegstierve
(dat hij) wegsterve(dat hij) wegstierve
(dat wij) wegsterven(dat wij) wegstierven
(dat jullie) wegsterven(dat jullie) wegstierven
(dat gij) wegstervet(dat gij) wegstiervet
(dat zij) wegsterven(dat zij) wegstierven
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
wegstervend, wegstervende(zijn) weggestorven

Foarbylden fan gebrûk

Achter hem stierf het gehuil langzaam weg.
Tweemaal herhaalde hij dit met gelijke tussenpozen en enkele minuten nadat de echo van de derde kreet was weggestorven, bleef hij staan luisteren.
Zijn grijns stierf weg.

Oarsettingen

Afrikaanskuitsterf
Esperantoformorti
Ingelskdie away; die out
Italjaanskmorire