Ynformaasje oer it wurd tellen (Nederlânsk → Esperanto: kalkuli)

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/ˈtɛlə(n)/
Ofbrekingtel·len

Foarbylden fan gebrûk

Hij die vlucht telt iedere vijand voor twee, maar ik heb met dappere mannen gesproken en twijfel er niet aan dat de werkelijke sterkte van de vijand vele malen groter is dan die van ons.
De wacht kwam naar buiten, telde de vaten, controleerde de wagen en wenkte Emmerik door te rijden.
Heeft iemand de oorlogsschepen geteld?
Hierna telden wij de gesneuvelden en gewonden en dacht ik voor het eerst aan de blanken.

Oarsettingen

Afrikaansktel
Esperantokalkuli
Ingelskcount; reckon; tally
Nederdútsktellen