Ynformaasje oer it wurd uitglijden (Nederlânsk → Esperanto: ekgliti)

Synonym: slippen

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/ˈœy̯txlɛi̯(d)ə(n)/
Ofbrekinguit·glij·den

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) glij uit, glijd uit(ik) gleed uit
(jij) glijdt uit(jij) gleed uit
(hij) glijdt uit(hij) gleed uit
(wij) glijden uit(wij) gleden uit
(jullie) glijden uit(jullie) gleden uit
(gij) glijdt uit(gij) gleedt uit
(zij) glijden uit(zij) gleden uit
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) uitglijde(dat ik) uitglede
(dat jij) uitglijde(dat jij) uitglede
(dat hij) uitglijde(dat hij) uitglede
(dat wij) uitglijden(dat wij) uitgleden
(dat jullie) uitglijden(dat jullie) uitgleden
(dat gij) uitglijdet(dat gij) uitgledet
(dat zij) uitglijden(dat zij) uitgleden
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
uitglijdend, uitglijdende(zijn) uitgegleden

Foarbylden fan gebrûk

Hij gleed uit en brak zijn nek.
Sommige paarden gleden uit en probeerden tevergeefs weer omhoog te komen en de officieren vloekten.
Was Seguilo uitgegleden op de natte rotsen en in zee gevallen?

Oarsettingen

Deenskglide ud
Dútsklosrutschen
Esperantoekgliti; gliti
Ingelskslip
Roemeenskaluneca; derapa