Ynformaasje oer it wurd aankleven (Nederlânsk → Esperanto: algluiĝi)

Synonimen: aanhangen, kleven, vastkleven

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/ˈaŋklevə(n)/
Ofbrekingaan·kle·ven

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) kleef aan(ik) kleefde aan
(jij) kleeft aan(jij) kleefde aan
(hij) kleeft aan(hij) kleefde aan
(wij) kleven aan(wij) kleefden aan
(jullie) kleven aan(jullie) kleefden aan
(gij) kleeft aan(gij) kleefdet aan
(zij) kleven aan(zij) kleefden aan
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) aankleve(dat ik) aankleefde
(dat jij) aankleve(dat jij) aankleefde
(dat hij) aankleve(dat hij) aankleefde
(dat wij) aankleven(dat wij) aankleefden
(dat jullie) aankleven(dat jullie) aankleefden
(dat gij) aanklevet(dat gij) aankleefdet
(dat zij) aankleven(dat zij) aankleefden
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
aanklevend, aanklevende(zijn) aangekleefd

Oarsettingen

Deenskklæbe
Dútskkleben; haften; festhaften; klebenbleiben
Esperantoalgluiĝi
Frânsks’agglutiner
Ingelskadhere