Ynformaasje oer it wurd onttrekken (Nederlânsk → Esperanto: deteni)

Synonimen: afhouden, onthouden, weghouden

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/ɔnˈtrɛkə(n)/
Ofbrekingont·trek·ken

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) onttrek(ik) onttrok
(jij) onttrekt(jij) onttrok
(hij) onttrekt(hij) onttrok
(wij) onttrekken(wij) onttrokken
(jullie) onttrekken(jullie) onttrokken
(gij) onttrekt(gij) onttrokt
(zij) onttrekken(zij) onttrokken
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) onttrekke(dat ik) onttroke
(dat jij) onttrekke(dat jij) onttroke
(dat hij) onttrekke(dat hij) onttroke
(dat wij) onttrekken(dat wij) onttroken
(dat jullie) onttrekken(dat jullie) onttroken
(dat gij) onttrekket(dat gij) onttroket
(dat zij) onttrekken(dat zij) onttroken
hjittende foarm
Iental/MeartalMeartal
onttrekonttrekt
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
onttrekkend, onttrekkende(hebben) onttrokken

Foarbylden fan gebrûk

Hiermee onttrekt de plant aan de waardplant de benodigde voedingsstoffen en water.
Ons water onttrekken wij aan vier bronnen diep in de bodem.

Oarsettingen

Dútskabhalten; aufhalten; enthalten; zurückhalten
Esperantodeteni
Ingelskwithhold
Katalaanskapartar; contenir; detenir
Poalskpowstrzymywać
Portegeeskdeter; reter
Sealterfryskferhinderje; ferwoarje; lätte; mäite; touräächhoolde
Spaanskapartar; contener; detener
Tsjechyskzadržet