Ynformaasje oer it wurd deponeren (Nederlânsk → Esperanto: deponi)

Synonimen: afgeven, in bewaring geven

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/depoˈnerə(n)/
Ofbrekingde·po·ne·ren

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) deponeer(ik) deponeerde
(jij) deponeert(jij) deponeerde
(hij) deponeert(hij) deponeerde
(wij) deponeren(wij) deponeerden
(jullie) deponeren(jullie) deponeerden
(gij) deponeert(gij) deponeerdet
(zij) deponeren(zij) deponeerden
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) deponere(dat ik) deponeerde
(dat jij) deponere(dat jij) deponeerde
(dat hij) deponere(dat hij) deponeerde
(dat wij) deponeren(dat wij) deponeerden
(dat jullie) deponeren(dat jullie) deponeerden
(dat gij) deponeret(dat gij) deponeerdet
(dat zij) deponeren(dat zij) deponeerden
hjittende foarm
Iental/MeartalMeartal
deponeerdeponeert
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
deponerend, deponerende(hebben) gedeponeerd

Oarsettingen

Dútskdeponieren; hinterlegen; verwahren; in Verwahrung geben; zur Aufbewahrung geben; anlegen; ablagern; absetzen; abscheiden
Esperantodeponi
Finsktallettaa
Frânskdéposer
Ingelskdeposit; file; lodge; bank
Katalaanskdipositar
Papiamintskdeponé; depositá
Portegeeskdepositar
Sealterfryskbäätelääse; deponierje
Spaanskdejar en depósito; depositar; poner en depósito
Sweedskdeponera
Taiskฝาก