Ynformaasje oer it wurd afgeven (Nederlânsk → Esperanto: delasi farbon)

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/ˈɑfxevə(n)/
Ofbrekingaf·ge·ven

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) geef af(ik) gaf af
(jij) geeft af(jij) gaf af
(hij) geeft af(hij) gaf af
(wij) geven af(wij) gaven af
(jullie) geven af(jullie) gaven af
(gij) geeft af(gij) gaaft af
(zij) geven af(zij) gaven af
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) afgeve(dat ik) afgave
(dat jij) afgeve(dat jij) afgave
(dat hij) afgeve(dat hij) afgave
(dat wij) afgeven(dat wij) afgaven
(dat jullie) afgeven(dat jullie) afgaven
(dat gij) afgevet(dat gij) afgavet
(dat zij) afgeven(dat zij) afgaven
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
afgevend, afgevende(hebben) afgegeven

Oarsettingen

Esperantodelasi farbon
Ingelskcome off
Spaanskdeshacerse; desteñirse