Information about the word misselijk (Dutch → Esperanto: naŭzita)

Part of speechadjective
Pronunciation/ˈmɪsələk/
Hyphenationmis·se·lijk

Degrees of comparison

Positivemisselijk
Comparativemisselijker
Superlativemisselijkst

Declension

 PositiveComparativeSuperlative
Predicativemisselijkmisselijker(het) misselijkst, (het) misselijkste
AttributiveIndefiniteMasculine and feminine pluralmisselijkemisselijkeremisselijkste
Indefinite singularmisselijkmisselijkermisselijkst
Pluralmisselijkemisselijkeremisselijkste
Definitemisselijkemisselijkeremisselijkste
Partitivemisselijksmisselijkers 

Usage samples

Hij voelde zich zwak en misselijk.

Translations

Esperantonaŭzita
Spanishnáuseas