Information about the word kin (Dutch → Esperanto: mentono)

Part of speechcommon noun
Pronunciation/kɪn/
Hyphenationkin
Pluralkinnen

Diminutive
SingularPlural
kinnetjekinnetjes

Usage samples

Verslagen klom hij omlaag en hurkte op een stuk steen met zijn kin in zijn handen om na te denken.
Met een touw onder zijn kin werd het geval stevig vastgezet.
De Cock wreef peinzend over zijn brede kin.
De man zat met zijn kin op zijn borst en hij leek wel in slaap gevallen.
Buckman krabte nadenkend aan zijn kin.

Translations

Albaniangushë; mjekër
Catalanbarbeta; barbó; mentó
Czechbrada
Danishhage
Englishchin
English (Old English)cinn
Esperantomentono
Faeroesehøka
Frenchmenton
GermanKinn
Greekπηγούνι
Hungarianáll
Icelandichaka
Italianmento
Jamaican Patoischin
Kabyliantacamart; tamart
Norwegianhake
Papiamentokachete
Portuguesemento; queixo
Saterland FrisianKeeuwe
Spanishbarbilla; mentón
Sranankakumbe
Swedishhaka
Tagalogbabà
Thaiคาง
Turkishçene
Welshgên
West Frisiankin