Information about the word betrouwbaar (Dutch → Esperanto: fidinda)

Synonyms: bonafide, vertrouwd, te vertrouwen

Part of speechadjective
Pronunciation/bəˈtrɑu̯̯baːr/
Hyphenationbe·trouw·baar

Degrees of comparison

Positivebetrouwbaar
Comparativebetrouwbaarder
Superlativebetrouwbaarst

Declension

 PositiveComparativeSuperlative
Predicativebetrouwbaarbetrouwbaarder(het) betrouwbaarst, (het) betrouwbaarste
AttributiveIndefiniteMasculine and feminine pluralbetrouwbarebetrouwbaarderebetrouwbaarste
Indefinite singularbetrouwbaarbetrouwbaarderbetrouwbaarst
Pluralbetrouwbarebetrouwbaarderebetrouwbaarste
Definitebetrouwbarebetrouwbaarderebetrouwbaarste
Partitivebetrouwbaarsbetrouwbaarders 

Usage samples

Als hij de compagnon van de tovenaar is, dan is hij niet betrouwbaar.
We moeten dus allereerst betrouwbare mannen hebben.
Als ik koning ben, zal ik een betrouwbaarder dienaar nodig hebben dan Afari.
De hoofdvraag blijft hoe betrouwbaar de Russische belofte is.

Translations

Afrikaansbetroubaar
Czechhodnověrný; spolehlivý
Danishpålidelig
Englishreliable; trustworthy; dependable
Esperantofidinda
Faeroeseálítandi
Frenchsûr
Germanvertrauenswert; zuverlässig; verläßlich; vertrauenswürdig
Icelandicáreiðanlegur; traustur
Norwegianpålitelig
Portuguesefidedigno; seguro
Saterland Frisianäffen; apgjucht; fertrjouenswäid
Spanishde confianza; digno de confianza; fidedigno
Swedishpålitlig; tillförlitlig