Information about the word schuit (Dutch → Esperanto: barko)

Synonyms: bark, hulk, pink

Part of speech	common noun
Pronunciation	/sxœy̯̯t/
Hyphenation	schuit
Gender	historically feminine, nowadays also masculine
Plural	schuiten

Diminutive
Singular	Plural
schuitje	schuitjes

Usage samples

De schuit voer alsmaar verder door het duister, van het ene blauwe licht naar het volgende.

Halverwege de middag ontmoette de karavaan een ploeg houthakkers die bezig waren een schuit met stammen te laden.