Information about the word voorschoot (Dutch → Esperanto: antaŭtuko)

Synonyms: boezelaar, schort, sloof

Part of speechcommon noun
Pronunciation/ˈvorsxot/
Hyphenationvoor·schoot

Usage samples

Toen ze de taveerne betraden, kwam de oude Sabral puffend aanlopen, terwijl hij zijn handen afveegde aan zijn voorschoot.
Hij had een witte voorschoot aan en schommelde de ene deur uit en een andere in met een dienblad beladen met volle kannen.
Smalle Lowietje streek met zijn handen langs zijn morsig voorschoot en kwam opgewekt naar hem toe.

Translations

Catalandavantal
Englishapron
Esperantoantaŭtuko
Faeroesefyriklæði
Frenchtablier
Portugueseavental
Russianпередник
Spanishdelantal
Turkishönlük
Welsharffedog; ffedog
West Frisianskelk