Information about the word koel (Dutch → Esperanto: afereca)

Synonyms: nuchter, zakelijk

Part of speechadjective
Pronunciation/kul/
Hyphenationkoel

Degrees of comparison

Positivekoel
Comparativekoeler
Superlativekoelst

Declension

 PositiveComparativeSuperlative
Predicativekoelkoeler(het) koelst, (het) koelste
AttributiveIndefiniteMasculine and feminine pluralkoelekoelerekoelste
Indefinite singularkoelkoelerkoelst
Pluralkoelekoelerekoelste
Definitekoelekoelerekoelste
Partitivekoelskoelers 

Usage samples

Fogg betaalde het visum, en na een koele groet verliet hij het bureau, gevolgd door zijn knecht.
Zijn stem was koel.

Translations

Esperantoafereca