Information about the word opkikkeren (Dutch → Esperanto: vigligi)

Synonyms: animeren, opmonteren, verlevendigen

Part of speechverb
Pronunciation/ˈɔpkɪkərə(n)/
Hyphenationop·kik·keren

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) kikker op(ik) kikkerde op
(jij) kikkert op(jij) kikkerde op
(hij) kikkert op(hij) kikkerde op
(wij) kikkeren op(wij) kikkerden op
(jullie) kikkeren op(jullie) kikkerden op
(gij) kikkert op(gij) kikkerdet op
(zij) kikkeren op(zij) kikkerden op
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) opkikkere(dat ik) opkikkerde
(dat jij) opkikkere(dat jij) opkikkerde
(dat hij) opkikkere(dat hij) opkikkerde
(dat wij) opkikkeren(dat wij) opkikkerden
(dat jullie) opkikkeren(dat jullie) opkikkerden
(dat gij) opkikkeret(dat gij) opkikkerdet
(dat zij) opkikkeren(dat zij) opkikkerden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
kikker opkikkert op
Participles
Present participlePast participle
opkikkerend, opkikkerende(hebben) opgekikkerd

Translations

Englishencourage; stimulate; energize; enliven; exhilarate; invigorate
Esperantovigligi
Faeroeselíva upp
Germanaufmuntern; ermuntern
Portugueseanimar; despertar
Saterland Frisianapmunterje
West Frisianoanmoedigje