Information about the word overtappen (Dutch → Esperanto: transfuzi)

Synonym: transfusie toepassen

Part of speechverb
Pronunciation/ˈovərtɑpə(n)/
Hyphenationover·tap·pen

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) tap over(ik) tapte over
(jij) tapt over(jij) tapte over
(hij) tapt over(hij) tapte over
(wij) tappen over(wij) tapten over
(jullie) tappen over(jullie) tapten over
(gij) tapt over(gij) taptet over
(zij) tappen over(zij) tapten over
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) overtappe(dat ik) overtapte
(dat jij) overtappe(dat jij) overtapte
(dat hij) overtappe(dat hij) overtapte
(dat wij) overtappen(dat wij) overtapten
(dat jullie) overtappen(dat jullie) overtapten
(dat gij) overtappet(dat gij) overtaptet
(dat zij) overtappen(dat zij) overtapten
Imperative mood
Singular/PluralPlural
tap overtapt over
Participles
Present participlePast participle
overtappend, overtappende(hebben) overgetapt

Translations

Englishtransfuse
Esperantotransfuzi
Portuguesetransfundir