Information about the word verfomfaaien (Dutch → Esperanto: taŭzi)

Synonym: in de war brengen

Part of speechverb

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) verfomfaai(ik) verfomfaaide
(jij) verfomfaait(jij) verfomfaaide
(hij) verfomfaait(hij) verfomfaaide
(wij) verfomfaaien(wij) verfomfaaiden
(jullie) verfomfaaien(jullie) verfomfaaiden
(gij) verfomfaait(gij) verfomfaaidet
(zij) verfomfaaien(zij) verfomfaaiden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) verfomfaaie(dat ik) verfomfaaide
(dat jij) verfomfaaie(dat jij) verfomfaaide
(dat hij) verfomfaaie(dat hij) verfomfaaide
(dat wij) verfomfaaien(dat wij) verfomfaaiden
(dat jullie) verfomfaaien(dat jullie) verfomfaaiden
(dat gij) verfomfaaiet(dat gij) verfomfaaidet
(dat zij) verfomfaaien(dat zij) verfomfaaiden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
verfomfaaiverfomfaait
Participles
Present participlePast participle
verfomfaaiend, verfomfaaiende(hebben) verfomfaaid

Translations

Englishtousle
Esperantotaŭzi
Faeroesefrísa; karða
Frenchébouriffer
Germanherumzausen
Portuguesearrepiar; desembaraçar; dilacerar; retorcer; revolver
Saterland Frisianfertuusje; hääruumesuusje