Information about the word dineren (Dutch → Esperanto: tagmanĝi)

Synonym: dejeuneren

Part of speechverb
Pronunciation/diˈnerə(n)/
Hyphenationdi·ne·ren

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) dineer(ik) dineerde
(jij) dineert(jij) dineerde
(hij) dineert(hij) dineerde
(wij) dineren(wij) dineerden
(jullie) dineren(jullie) dineerden
(gij) dineert(gij) dineerdet
(zij) dineren(zij) dineerden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) dinere(dat ik) dineerde
(dat jij) dinere(dat jij) dineerde
(dat hij) dinere(dat hij) dineerde
(dat wij) dineren(dat wij) dineerden
(dat jullie) dineren(dat jullie) dineerden
(dat gij) dineret(dat gij) dineerdet
(dat zij) dineren(dat zij) dineerden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
dineerdineert
Participles
Present participlePast participle
dinerend, dinerende(hebben) gedineerd

Translations

Englishdine
Esperantotagmanĝi
Faeroesefáa sær døgurða
Frenchdéjeuner
Polishjeść obiad
Portuguesealmoçar
Spanishcenar