Information about the word stenograferen (Dutch → Esperanto: stenografi)

Part of speechverb

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) stenografeer(ik) stenografeerde
(jij) stenografeert(jij) stenografeerde
(hij) stenografeert(hij) stenografeerde
(wij) stenograferen(wij) stenografeerden
(jullie) stenograferen(jullie) stenografeerden
(gij) stenografeert(gij) stenografeerdet
(zij) stenograferen(zij) stenografeerden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) stenografere(dat ik) stenografeerde
(dat jij) stenografere(dat jij) stenografeerde
(dat hij) stenografere(dat hij) stenografeerde
(dat wij) stenograferen(dat wij) stenografeerden
(dat jullie) stenograferen(dat jullie) stenografeerden
(dat gij) stenograferet(dat gij) stenografeerdet
(dat zij) stenograferen(dat zij) stenografeerden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
stenografeerstenografeert
Participles
Present participlePast participle
stenograferend, stenograferende(hebben) gestenografeerd

Translations

Englishwrite shorthand
Esperantostenografi
Portugueseestenografar; taquigrafar