Information about the word selecteren (Dutch → Esperanto: selekti)

Part of speechverb

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) selecteer(ik) selecteerde
(jij) selecteert(jij) selecteerde
(hij) selecteert(hij) selecteerde
(wij) selecteren(wij) selecteerden
(jullie) selecteren(jullie) selecteerden
(gij) selecteert(gij) selecteerdet
(zij) selecteren(zij) selecteerden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) selectere(dat ik) selecteerde
(dat jij) selectere(dat jij) selecteerde
(dat hij) selectere(dat hij) selecteerde
(dat wij) selecteren(dat wij) selecteerden
(dat jullie) selecteren(dat jullie) selecteerden
(dat gij) selecteret(dat gij) selecteerdet
(dat zij) selecteren(dat zij) selecteerden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
selecteerselecteert
Participles
Present participlePast participle
selecterend, selecterende(hebben) geselecteerd

Translations

Englishselect
Esperantoselekti
Faeroesekjósa; velja burturúr
Frenchtrier
Papiamentoselektá
Polishselekcjonować; wybierać
Spanishescoger; seleccionar